Tallinn - Warschau 2015
5-8-2015 In de voormalige Sovjetunie 144 km/286 hm
Gisterenavond ben ik laat aangekomen met het vliegtuig -vanuit Amsterdam- in Tallinn. Op nog geen kilometer van het vliegveld had ik een hotel geboekt.
Als ik wakker ben, haal ik alle spullen uit mijn fietstassen. Voor onderweg -met het vliegtuig- had ik alles in mijn achtertassen gepropt. Ook mijn grote stuurtas tas zit in één van mijn achtertassen. Alle flesjes en mijn tube tandpasta inclusief bestek en gereedschap komen uit de tas die ik als ruimbagage heb meegenomen. Alle kleding en mijn slaapzak komen uit de tas die ik als handbagage heb meegenomen. Nu ga ik alles opnieuw inpakken in mijn 2 achtertassen en mijn stuurtas, zodat alles onderweg tijdens de komende fietsreis op de juiste plaats zit.
Ik heb dit keer ruimte over en ik weet niet goed hoe ik hier mee om moet gaan. Vanaf vrijdag ben ik al onderweg geweest met een fietstocht door Nederland waarbij mijn brander kapot is gegaan. Gisteren was ik bij mijn nichtje -Nicky- in Uitgeest. Ze heeft me naar een buitensportwinkel gereden met de auto. Er was geen tijd om te wachten op de reparatie van mijn brander. Ik dacht dat het na bijna 10 jaar -waarvan ik 4 jaar onderweg ben geweest en de brander ruim 100.000 kilometer achter in mijn fietstas heeft meegestuitert- tijd was om een nieuwe brander te kopen. De nieuwe brander is veel kleiner en Nicky heeft me een kleine pan meegegeven waarin de brander past. Mijn veel grotere pannenset heb ik in Nederland achter gelaten. Nu heb ik dus ruimte over in mijn tassen.
Na mijn vertrek fiets ik al na een paar kilometer de oude binnenstad van Tallinn in. De kinderkopjes in de stad zijn lastig om overheen te fietsen. Ik probeer zo veel mogelijk op de stoep te fietsen. Daar is het nog lekker rustig, hoewel er wel een paar grotere groepen met oudere toeristen lopen. Ze lijken wel met busladingen hier in de stad gedropt te worden. In de verte heb ik in de haven een cruiseschip gezien. Ik neem aan dat ze daar vandaan komen.
Na wat ronddwalen door de stad kom ik op De Viru. Volgens mijn -Capitool- reisgids is dit de drukste straat van de oude stad. Druk is het zeker niet op dit moment. Rechts zie ik één van de vele kerktorens van de stad. Ik fiets er naar toe. De kerk valt nogal tegen van dichtbij, maar achter de kerk staat een fraai gedeelte van de middeleeuwe stadsmuur. Op korte afstand van elkaar staan er enkele torens in de stadsmuur.
Bij een bakkerij koop ik een croissant met een worstje erin, nog één croissant met een andere vulling, 6 broodjes, een kleine quiche en een flesje jus d'orange. Bij elkaar kost dit slechts € 5,50.
Vlak na de bakker fiets ik de -Domberg- Toompea op. Bij de Alexander Nevskikathedraal zie ik de Russische invloed. Verderop bij Patkuli heb ik een geweldig uitzicht over de oude stad.
Nadat ik de oude stad gezien heb, fiets ik met mooi weer naar het zuiden. Ik volg de steeds rustiger wordende weg met nummer 15. Af en toe is er een fietspad, maar meestal moet ik op een smalle vluchtstrook fietsen. In Rapla is in het begin van de middag een restaurant langs de weg. Op de veranda kan ik hier heerlijk buiten in de schaduw zitten.
Door een licht glooiend land fiets ik door bossen met af en toe een akker of weiland ertussen. Ik zie veel ooievaars. Fraai zijn de oude houten huizen langs de weg. Twintig kilometer na Rapla fiets ik een kleinere weg op. Het is nu lekker rustig op de weg. Weg 15 vond ik te druk.
Vlak voor Vändra kom ik op de kruizing met weg 5. Hier is een tankstation met -zoals er hier veel van zijn- een mini winkel en een klein restaurant. Omdat ze geen lasagna meer hebben, bestel ik een worstebroodje. De vulling van het broodje bestaat aan de ene kant uit de worst en aan de andere kant uit een dikke laag mayonaise en ketchup. Ik heb geen zin om af en toe een hap brood met mayo te moeten eten. Ik pers de vette smurrie zo goed mogelijk uit mijn broodje, voor ik het broodje op eet.
Bij het toilet vul ik mijn waterflessen. Het water stinkt en ziet er uit als gele soep. Ik vraag me af of het drinkbaar is.
Rond 20.00 uur staat er een bordje "camping/huisjes/hotel/gril" langs de weg. Ik neem deze afslag en kom bij een fraai complex waar niemand aanwezig is. Vlak achter het grote houten hoofdgebouw zet ik mijn tent op op een stuk grasland aan een beekje. Er staan diverse trekkershutten waar ook niemand aanwezig is. De deur van de douches en wc is niet gesloten.
Net achter het complex staat een huis waar net mensen aankomen rijden. Ik loop er naar toe om te vragen of ik er mag kamperen en waar ik me kan aanmelden. Het zijn echter ook toeristen die nu naar de eiganaar van het huis aan het bellen zijn. Verder weten ze ook niet of ik hier mag kamperen. Ik vind het opvallend dat bijna iedereen die ik vandaag spreek behoorlijk goed Engels spreekt.
Het is wel een beetje raar om "wild" te kamperen op een camping. De douche is in ieder geval heerlijk. Na de douche neem ik mijn nieuwe brander in gebruik. Ik kook 2 liter water om mijn thermosfles te vullen en voor thee en een kop soep. Bij de soep eet ik 3 broodjes die in de "bodemlose put" vallen.
Het is een heerlijke avond om nog buiten te zitten met het geluid van krekels en de beek. Morgen fiets ik verder naar Letland.
7-8-2015 De Hanze-steden van Letland 150 km / 541 hm
Twee dagen lang heb ik meer dan 140 kilometer gefiets zonder een camping te zien langs de route, tot er op het einde van de dag een camping pal naast de route lag. Zo sta ik nu met mijn tent als enige kampeerder op een sportcomplex net voor Valmiera. Mijn tent staat tussen de golfbaan en de fietscrossbaan.
Net naast het complex is een tankstation met winkel en minirestaurant. Nadat ik alles heb ingepakt eet ik hier een broodje zalm.
In Hanzestad Valmiera zie ik geen reden om te stoppen. Ik fiets er doorheen op weg naar het zuiden. Het is bewolkt en vochtig. Koud is het -met een temperatuur van 22 graden- niet. Het fietsen gaat lekker makkelijk vandaag. Er zijn iets meer heuvels, maar -in tegenstelling tot de laatste dagen- heb ik de wind in de rug. Dat laatste is een meevaller, want op de 14daagse weersvoorspelling die ik voor vertrek zag stond dat ik de hele reis tegenwind zou hebben.
In Cêsis -ook een Hanzestad- fiets ik door enkele leuke straten met houten huizen, door een park en langs een kasteel. Ik maak enkele foto's, hoewel het door de bewolking geen goed weer is om foto's te maken. Bij een banketbakker ga ik op het terras een stuk taart eten en thee drinken.
Na Cêsis kom ik al snel op de A2. De A2 is een twee baanshoofdweg van Riga naar Pskov in Rusland. De weg is redelijk breed maar ik vind de met hoge snelheid langs me rijdende auto's en vrachtwagens wel erg gevaarlijk. Vanaf Sigulda kan ik weer over kleinere wegen richting Riga fietsen. Om deze route te vinden heb ik enkele kaartjes meegenomen van de fietsroute die langs het IJzeren gordijn gaat.
Voor ik de A2 verlaat ga ik bij een restaurant eten. Het restaurant is wat luxer dan de normale wegrestaurants. Het restaurant is gehuisvest in een houten chalet met tuin. Hoewel men hier probeert het Sovjet verleden zo snel mogelijk te vergeten, doet dit restaurant me wel erg aan andere Sovjetstaten en vooral Rusland denken.
Via enkele binnenwegen en de P3 kom ik op de P4 die naar Riga gaat. Bij een eenvoudig tankstation is in een van buitenaf gezien lelijk hok een klein winkeltje. Ik koop een ijsje en een cola. De kassiere wordt boos omdat ze denkt dat ik de koelkast open heb laten staan. Dat is niet zo en ze ziet al snel dat ze dat niet goed heeft gezien. Daarna begint ze me hele verhalen te vertellen. Ik denk dat ze Russisch spreekt, maar ik versta er helemaal niets van. Ik ga lekker in zon zitten om mijn ijsje op te eten. Het is inmiddels prachtig zonnig weer geworden.
Het laatste stuk op de P4 bestaat uit een kaars rechte weg door een bos. Bij een bankje op een bushalte drink ik een kopje thee en eet een banaan. Achter de bushalte ligt een man in het gras. Ik laat hem rustig liggen, ik neem aan dat het een dronkaard is die in slaap gevallen is.
De voorstad van Riga bestaat uit een verzameling woonblokken. De niet gerenoveerde blokken doen me weer denken aan andere voormalige Sovjet Republieken. Richting het centrum kom ik eerst door een stadsdeel met veel houten huizen. Vervolgens kom ik op een drukke brede straat waar in het midden de tram rijdt. Langs deze straat staan een aantal panden die in Jugendstil gebouwd zijn.
Volgens mijn reisgids is Riga geen pittoreks stadje maar een dynamische metropool. Ik kan me prima vinden in deze omschrijving. Door de straten van deze prachtige Hanzestad fiets ik naar de St Petruskerk en het plein erachter waar het Huis van de Zwarthoofden staat. Het zonlicht staat -aan het begin van de avond- prachtig op de gevels van deze gebouwen.
De toren van de St Petruskerk lijkt te groot ten opzichte van de afmeting van de kerk. Zo lijkt het alsof de kerk een stuk in de grond is gezakt. De laatste jaren heb ik in Nederland en Duitsland veel Hanzesteden bezocht die aan de Hanzefietsroute liggen. Deze stad is tot nu toe de mooiste en indrukwekkenste van allemaal.
Een vrouw spreekt me aan. Ze wil weten waar ik naar toe fiets. Ze heeft zelf ook een keer een fietstocht gemaakt in Scandinavië. Ze vraagt zich af waar ik mijn tent heb opgeborgen omdat ik alleen maar achtertassen heb. Ik heb zelfs een tweepersoonstent bij me, vertel ik haar.
Hoewel er hier ergens een camping zou zijn loop ik het eerste en hopelijk beste viersterren hotel binnen. Ze hebben nog net 1 kamer vrij voor € 75,--. De fiets kan in de trappenhal staan. Ik wil vanavond midden in deze fantastische stad zijn.
Na een lange heerlijke douche loop ik het park in tegenover mijn hotel. Hier staat de Orthodoxe kathedraal. Het avondlicht van de zon schijnt prachtig op de koepels van de kerk. Vervolgens loop ik dwars door de stad -ook weer even langs het Huis van de Zwarthoofden- naar het kasteel van Riga. Terug bij mijn hotel ga ik -net als gisteren- buiten op het terras voor de tweede keer vandaag warm eten. De tram die hier langs rijdt lijkt uit het museum te komen.
De pasta is verrukkelijk en kost slechts € 7,50. Ik krijg daar een chique bediening bij en ik kan ook nog een kortingsbon van 15% van het hotel hier inleveren. De eindafrekening is € 8,95. Ze zijn de € 2,20 van mijn tweede cola vergeten af te rekenen. Ik betaal € 14,--. Normaal geef ik nooit een tip maar deze pasta was het meer dan waard.
s'Avonds loop ik in het donker nog een rondje door de gezellig drukke binnenstad. Bij het Huis van de Zwarthoofden maak ik nog nachtopnames. Terug in het hotel haal ik 2 waterflessen van de fiets. Een deel van het drinkwater ziet eruit als gele soep. Morgen zal ik vers drinkwater uit de kraan meenemen. Ik hoop dat dat er minder raar uit ziet.
Nadat ik fietsplannen voor morgen heb gemaakt is de dag om.
10-8-2015 Bijzondere overnachtingen in Litouwen 134 km / 868 hm
Ik ben in Jonava. Dit is een kleine industriestad aan een rivier op de kruizing van 2 wegen en een spoorlijn. Het is zo'n plaats waar een niet fietsende toerist nooit op het idee zou komen om hier te stoppen. Toen ik hier gisteren naar een hotel vroeg, zei de vrouw -die met me mee liep om het hotel aan te wijzen- dat ze hier nog nooit een buitenlandse toerist had gezien. Aan het begin van de straat zei de vrouw dat het hotel in het tweede blok was. Toen ik voor dit blok stond vroeg ik me af of dit wel het hotel was. Het hotel is een Sovjethotel. Er staan hier een paar dezelfde woonblokken. Zonder iets speciaals te doen is er van één van de blokken een hotel gemaakt. Van buiten is niet te zien dat dit een hotel is. Er is zelfs geen naambord of bordje hotel bij de ingang. Het hotel is gerenoveerd. In mijn hotelkamer met nieuwe bruine meubels kan ik wel een rondje fietsen, zo groot is de kamer. Ik heb de fiets ook op de kamer staan.
Ook de badkamer is gereniveerd, maar de afvoer van het toilet en de douche is niet goed. Het kitwerk is niet om aan te zien. Het is gelukkig wel schoon. De Sovjets hadden ook altijd wel een leiding aan de buitengevel hangen. Ook bij dit hotel hangt een opvallend gele leiding. Zo'n leiding hangt altijd op de verkeerde hoogte. Hier is de leiding net 4 extra bochten om de hoofdingang heen gehangen. Dit keer gelukkig wel bovenlangs, want in Turkmenistan was ik een keer in precies hetzelfde hotel waar je bij de ingang steeds over een onderlangs gelegde leiding moest stappen.
Net als de afgelopen week is het vochtig en warm als ik Jonava uit fiets. Ik moet 1 kilometer over de drukke A8 fietsen, om daarna de heerlijk rustige 143 op te kunnen fietsen. Er zijn hier iets meer heuvels dan tot nu toe op deze route.
Overal langs de route staan leuke oude huizen. Heel af en toe is er een huis gerenoveerd. Helaas worden bij die renovaties de houten kozijnen vervangen voor goedkope kunststof kozijnen. De gerenoveerde kleurrijke huizen zien er fraai uit, maar ik vind de verwaarloosde "krotten" toch sfeervoller.
Al snel stop ik bij een bushokje waar ik in de schaduw kan zitten. Het is al 25 graden en de verwachting is dat het ruim 30 graden zal worden. Ik heb gisteren kaas en broodjes gekocht. Voor de kaas gaat zweten wil ik de kaas opeten. Terwijl ik eet loopt er een vrouw met een koe aan de lijn langs.
Litouwen is een katholiek land. In de dorpen staan tussen de houten huizen slecht onderhouden katholieken kerken met 2 torens. Het lijkt zo een beetje op Brazilië.
Net na de kruizing met de A1 -vlak bij de energiecentrale van Elektrenai- liggen een paar grote leidingen langs de weg. Bij een zijstraat hebben ze -net als elders in de voormalige Sovjet Unie en net als vanmorgen bij het hotel- met een paar bochten een lelijk portaal gebouwd opdat auto's onder de leiding door kunnen rijden.
Via leuke binnenweggetjes langs meertje door heuvels en bossen kom ik bij het kasteel van Trakai. Het is hier druk met toeristen. Het prachtige ksteel ligt op een eiland in een meer tussen heuvels met bossen. Via 2 bruggen kom ik op het eiland. Ik fiets een rondje om het kasteel. In het kasteel is een museum waar een lange rij mensen staat. Ik sluit niet aan in de rij, maar fiets terug naar het dorp om een pasta te eten. Terwijl ik zit te eten komt er een Franse bus langs. Volgend jaar kun je -zo staat op de bus- een busreis maken van Brest naar Vladiwostok.
De weg naar Vilnius vind ik te druk. Ik fiets via het dorp Lentvaris naar de hoofdstad. De laatste 6 kilometer wordt ook deze weg gevaarlijk druk. Een klein stuk fiets ik op de stoep, maar dat hobbelt me veel te hard en de stoepranden bij alle zijwegen zijn te hoog om overheen te fietsen. Ik fiets dus toch maar weer een stuk over de gevaarlijke weg tot ik me begin af te vragen of ik levensmoe ben. Na een paar kilometer over de stoep gefietst te hebben gaat de weg door een gevaarlijke tunnel. Die tunnel wil ik niet door fietsen. Via een lange trap met 7 tussenbordessen klim ik hier omhoog. De fiets glijdt steeds uit mijn -door het zweet- gladde handen, maar uiteindelijk kom ik boven.
Boven sta ik plotseling in het midden van de oude stad. Het monumentale gebouw dat voor me staat kan ik niet vinden in mijn reisgids. Op goed geluk fiets ik maar een kant op. Even later fiets ik recht op de stralend witte kathedraal af. Zonder een stadplattegrond er bij te pakken dwaal ik verder door de stad tot ik bij de Poort der Dageraad de oude stad uit fiets. Hier fiets ik nog een stukje langs de stadsrand.
Aan de oostzijde van het centrum ga ik op zoek naar de Downtown Forest Hostel en Camping. Ik heb het adres niet opgeschreven en het ligt ook net buiten de stadsplattegrond in mijn reisgids. Op een hoog gelegen weg fiets ik het centrum uit. Links van de weg onderaan de steile helling zou de caming moeten zijn. Ik fiets door tot ik met een weg naar links de heuvel af kan fietsen. Daar liggen 2 zandwegen terug richting centrum. Precies op het juiste moment komt er een Duitse auto met minicaravan uit de hoogst gelegen zandweg rijden. De bestuurder doet het raam open en zegt -zonder dat ik ernaar vraag- dat 300 meter verderop is camping is.
Langs de weg -de buren zijn sovjetblokken- ligt fraai tussen de bomen een landhuis. In de voortuin is de camping. In het landhuis is de receptie, het hostel, de keuken, de wasruimtes en de bar. In de achtertuin liggen tegen de steile helling aan een aantal terrasjes waar je kunt zitten. Al met al een unieke plek net buiten het centrum.
Ik heb vanavond geen zin om door de oude stad te gaan wandelen. Morgen fiets ik nog een keer door de stad en bovendien heb ik volgens mijn reisgids de belangrijke monumenten al gezien. Ik wandel terug naar de grote weg boven het hostel. Daar eet ik een paar broodjes op het terras met zicht -tegen de ondergaande zon in- over de stad.
Nadat ik bij de tent de plannen voor morgen heb bekeken, drink ik nog een cola op het terras in de achtertuin van het hostel. Bij de receptie kunnen ze daarna helaas geen overzichtskaart van de stad vinden, waarop ik een goede route had willen uitzetten om morgen de stad uit te fietsen richting het dorp Pririai.
13-8-2015 Droomweggetjes en een vernietigingskamp in Polen 176 km / 1323 hm
Mijn laatste overnachting in Litouwen was -eergisteren- in een hotel in de kleine stad Alytas. Gisteren ben ik bij Ladzdijai Polen in gefietst. Na Augustow kwam ik op de "61". Die weg was gevaarlijk druk. Na een paar kilometer heb ik de eerste mogelijkheid genomen om verder over kleine weggetjes te fietsen. In de avond kwam ik zo twee keer bij een kleine sluis van het Augustovski kanaal. Bij de tweede sluis heb ik langs het water mijn tent opgezet. Tien meter verderop stonden de twee tenten van een Nederlands gezin die hier een kanotocht maken.
Ik ben vroeg op. Al voor 7.00 uur ben ik klaar om te vertrekken. Ik weet echter niet dat het zo vroeg is. Mijn horloge staat al op 8.00 uur -de tijd uit de Baltische staten-. Ik wens mijn buren -die al bij een kampvuur zitten- een goede reis en vertrek.
Het is bewolkt, vochtig en 22 graden. Het is heerlijk rustig op de weg. Het is een droomweggetje door boerenland. Een enkele keer is er een stukje onverhard wegdek. Door de rugwind "loopt" mijn fiets met een flink tempo.
Mijn kaart is niet gedelailleerd genoeg om mijn route goed te bepalen op deze kleine landweg. In Delistowo denk ik dat ik linkaf moet gaan naar Jaswily. Op een kruizing loopt een boer met een kudde koeien op de weg. Een auto en een traktor moeten wachten tot de kudde de weg heeft verlaten. Ik vraag de bestuurder van de auto de weg naar Jaswily. Hij zegt dat ik rechtaf moet slaan en rijdt weer verder. De boer op de traktor achter hem springt uit de traktor en legt me daarna uit dat ik inderdaad rechtsaf moet slaan, maar dat ik op de volgende kruizing linksaf moet gaan. Dat is erg behulpzaam van die boer, die melkbussen vervoert in zijn aanhangwagen. Ik vind het wel bijzonder dat er hier veel minder mensen Engels spreken dan in de Baltische staten.
Na ruim 20 kilometer ga ik in één van de bushokjes langs de weg uit de wind zitten om te ontbijten. Ik eet mijn "croissants to go" die in gekocht heb in het laatste tankstation in Litouwen. De zon begint te schijnen en het wordt weer snel lekker warm -30 graden- weer.
Bij Tikocyn lijkt het alsof ze de helft van een kasteel opnieuw opgebouwd hebben. In de dorpstraat staat ook nog een grote -lelijke- kerk en een synagoge. Niet veel verder kom ik in Jezewo waar ik in de schaduw ga zitten om een ijsje te eten.
Weer 20 kilometer verder probeer ik in een restaurnt eten te bestellen. De kaart is alleen in het Pools en de bediening spreekt ook alleen Pools. Ik bestel iets van vlees. De serveerster wijst dan aan dat ik misschien ook friet er bij wil hebben. Prima ook friet. Dan wijst ze nog iets aan. Ik vraag me af of dat een salade is, maar op die vraag krijg ik geen antwoord. Ik ga akoord, het kost maar € 1,--. Terwijl het eten wordt klaar gemaakt vul ik bij een kraantje mijn waterflessen.
Overal langs de weg en in de tuinen voor de huizen staan versierde kruizen en mariabeeldjes. Ook staan er in de meeste dorpen prachtige kerken. In één dorp heeft een kerk een -op Hanze architectuur lijkende- prachtige voorgevel. De kerk heeft echter geen toren. Naast de kerk staat een houten klokkentoren.
Op het einde van de middag heb ik door dat het hier een uur vroeger is dan de tijd die mijn horloge aan geeft. Dat komt goed uit want zo kan ik nog ruim voor sluitingstijd -18.30 uur- bij het museum van Treblinka aankomen.
Een week lang lees ik in mijn reisgidsen al over moordpartijen van de nazi's in deze regio tijdens de tweede wereldoorlog. Hier in vernietigingskamp Treblinka zijn in ruim een jaar tijd -dat het kamp gebruikt werd- waarschijnlijk meer dan 800.000 Joden vermoord. Het museum is klein -maar de verhalen daardoor niet minder indrukwekkend- en er is ook maar weinig van het kamp bewaard gebleven. De Duitsers hebben goed hun best gedaan om alle sporen van het kamp uit te wissen.
Na het museum ga ik naar het indrukwekkende monument wat staat op de plaats van Treblinka 2. Treblinka 2 was het vernietigingskamp. Treblinka 1 is iets verderop en was alleen een werkkamp. Het monument bestaat uit bielzen -die het spoor afbeelden- en een perron. Daarachter ligt een soort toegangspoort met allemaal rotsen die staan voor de slachtoffers. Ook is er een zwart verbrand gedeelte op de plaats van de gaskamer. Bij het begin staat er in diverse talen "nooit meer".
Tien kilometer ten zuiden van Treblinka overnacht ik in Kosow Lacki in een mooi, nieuw en goedkoop hotel. In het restaurant bij het hotel eet ik buiten op het terras bij de ondergaande zon een pizza.
Drie dagen later vlieg ik vanaf Warschau weer naar huis.
In de 4 landen van deze fietsreis heb ik de volgende bedragen uitgegeven (excl. vliegreis.):
- Estland € 52,-- per dag 1x hotel en 1x wild kamperen
- Letland € 65,-- per dag 1x hotel en 1x camping
- Litouwen € 41,-- per dag 2x hotel en 2x camping
- Polen € 49,-- per dag 3x hotel en 1x wild kamperen